Bètadifferentiatie

Organisatie

Differentiatie staat of valt met een goede organisatie. Kernpunten  daarvan zijn:

de leerlingen:

  • werken aan een opdracht waarvoor ze gemotiveerd zijn
  • weten wat van hen verwacht wordt tijdens de uitvoering en bij de afronding
  • zijn vindbaar voor de docent: ze zitten niet verspreid in het gebouw.

de docent:

  • praat elk lesuur minstens één keer met elk groepje
  • zorgt dat de benodigde materialen (opdrachten, computers, evt. practicumspullen) beschikbaar zijn
  • organiseert een afsluiting met posters, presentaties e.d.

De ervaring op scholen leert dat leerlingen èn docenten moeten wennen aan differentiatie. De eerste keer kost het wat moeite om de organisatie goed te krijgen. De leerlingen worden soms pas gemotiveerd als ze merken dat ze inderdaad mogen werken aan hun favoriete onderwerp.  Dan blijken ze meer te kunnen en willen dat je dacht. Differentiatie tot een succes maken vereist dus doorzettingsvermogen. Ook de actieve steun van collega’s en de schoolleiding helpt!

Ruimte maken

De meeste opdrachten zijn in 300 min. lestijd te doen, met huiswerk is dat 8 studielastuur. Maar als ze iets minder diepgaand worden gedaan, kan 5 slu ook toereikend zijn. Reserveer ook tijd voor de afsluiting: dat geeft de leerlingen een doel om naartoe te werken, levert hen waardering op en geeft antwoord op de vraag ‘waar doen we het voor?’

Je kunt bijvoorbeeld op elke 30 lessen vijf lessen vrijmaken voor differentiatie. Daartoe kun je compacter gaan les geven. Ook kun je alle niet-examenstof schrappen. De leuke onderwerpen waar je dan niet aan toekomt passen uitstekend binnen de differentiatie. Het grote verschil is dat niet de docent, maar de leerling kiest welke extraatjes worden behandeld.

Er komen meer mogelijkheden als twee secties ruimte maken voor differentiatie. Dan kunnen de leerlingen kiezen tussen opdrachten voor het ene of het andere vak. Dat schept ook mogelijkheden voor vakoverstijgende opdrachten. Andere mogelijkheden zijn: gebruik maken van keuzewerktijd, van een projectdag.

Op het Junior College Utrecht staan de differentiatieuren in het rooster ingepland. Zo’n vaste plek in het lesrooster schept duidelijkheid. De leerlingen rekenen erop en ze weten wanneer ze hun product moeten presenteren.

Pas het materiaal aan

Voor een succesvol gebruik op uw school moet je keuzeopdrachten uiteraard passend maken voor je organisatievorm en lespraktijk. Bovendien kun je ze aanvullen met eigen materiaal en ze op de ELO van je school zetten. Daarom worden de opdrachten in Word beschikbaar gesteld.